
Wet vergoedingen leden Eerste Kamer
Artikel 10
1
Kamerleden ontvangen een bedrag van 2495,47 per jaar waarmee zij voorzieningen kunnen treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
2
Het bedrag, genoemd in het eerste lid, wordt jaarlijks door Onze Minister opnieuw vastgesteld met inachtneming van de procentuele wijzigingen, bedoeld in artikel 9, in het voorafgaande jaar en van wijzigingen in dat jaar van berekeningselementen van de bedragen, die op grond van artikel 106, eerste lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers worden ingehouden, ter zake van aanspraken bij arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden, op de schadeloosstelling van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
3
Telkens wanneer het bedrag, bedoeld in het eerste lid, wijziging ondergaat, maakt Onze Minister het nieuwe bedrag bekend in de Staatscourant.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.